Remeha over duurzame oplossingen en BIM

loading...

Remeha is zeker geen onbekende naam in Nederland op het gebied van gasketels. Maar wat veel mensen niet weten is dat zij zich ook bezighouden met een nog veel breder scala aan duurzame oplossingen en andere soorten technieken. In dit interview spraken wij hierover met Robert Doornebos, Portfolio Manager bij Remeha. Ook worden mooie oplossingen op het gebied van BIM besproken.



Kan je iets vertellen over de historie van Remeha?


Het begon allemaal in 1935, toen is Remeha opgericht en begonnen als een fietsenwinkel in Apeldoorn. De familie die het bedrijf heeft opgericht is toen langzaam maar zeker overgestapt op het handelen in metalen. Later werd dit het bewerken en vormen van metalen en uiteindelijk, in de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog, zijn zij overgestapt op het maken van ketels. Begin 2000 heeft Remeha zich ook internationaal op de kaart gezet door de overname van het Franse De Dietrich en het Engels-Italiaanse Baxi. Hierdoor zijn wij nu onderdeel van de Holding BDR Remeha.

Waar zie jij het bedrijf in 2025-2030?


Wij zitten op dit moment natuurlijk middenin de energietransitie, dat zal niemand ontgaan zijn. Zeker in Nederland gaan we gas uitfaseren. En we zijn ons dus volop aan het ontwikkelen in allerlei duurzame technieken en warmtepompen voorop natuurlijk, maar ook warmtenetten, distributiesystemen en alles wat daarbij komt kijken. Dus als ik kijk naar 2025, dan zijn wij getransformeerd van een gasboer naar een duurzame systeemoplosser.

En hoe zit het dan met waterstof?


Waterstof is daarbij voor ons een hele belangrijke speler, want we weten dat het gas zoals we dat nu kennen - het aardgas - eindig is. We zullen moeten stoppen met fossiele brandstoffen. Maar voor heel veel gebieden zijn warmtepompen gewoon minder geschikte oplossingen. Een alternatief daarvoor is waterstof. Wij investeren op dit moment heel veel geld in waterstoftechniek. Alleen, als je mij vraagt van "Hoe ziet het er in 2025 uit?", dan is dat nog net even een brug te ver. Ik denk dat wij er in 2025 helemaal klaar voor zijn. Alleen, dan moet het ook wel beschikbaar zijn. Dat zie ik in een iets verdere toekomst. Als je vraagt "Hoe ziet het eruit in 2030?", dan zal waterstof zeker een onderdeel van de oplossing in energietransitie zijn.

En hybride systemen?


Hybride is natuurlijk een goede tussenoplossing, maar uiteindelijk is hybride iets dat je nog altijd gebruikt met aardgas, dus niet 100% CO2-neutraal. En dat is het uiteindelijke doel waar we naartoe willen. In 2050 moet het echt energieneutraal zijn. Als je kijkt naar het tijdvak tussen nu en 2050, betekent dit dat we die energie-installatie nog minimaal één keer vervangen. De levensduur daarvan is gemiddeld namelijk zo'n 20 jaar. Dus voor de tussenvorm waar we ons nu in bevinden is hybride een heel aardig alternatief.

Hoe kijken jullie eigenlijk aan tegen de circulaire economie, ketels weer herbruikbaar maken?


Daar zijn wij absoluut mee bezig. Het is niet alleen de ketel zelf, het gaat ook om de componenten. Bijvoorbeeld één van onze populairste ketels is de tzerra. Daar kunnen we wel bepaalde onderdelen refurbishen. De gasblok wordt dan naar ons teruggestuurd. Die knappen wij weer op en onder dezelfde garantievoorwaarden kan die weer ingezet worden. Dus we zijn er al mee bezig. We zijn natuurlijk ook bezig om de materiaalpaspoorten van onze producten in kaart te brengen. Recycling, het voordeel dat we natuurlijk hebben is dat de kern van de ketel een aluminiumblok is. Dat is gelukkig goed recyclebaar. Dus op het gebied van recycling kunnen we al best wel veel. Maar ook die fase daarvoor, de onderdelen vervangen, dat proberen we ook al te ondersteunen, zo veel mogelijk.

En hoe gaan jullie om met de digitale transitie?


Onze verwachting is dat de hele digitalisatie minstens zo een grote impact gaat krijgen als de energietransitie. Dat betekent dat wij ons echt heel hard aan het voorbereiden zijn op mogelijkheden die de digitale transformatie ons gaat brengen. Al onze producten zijn wij op een slim platform aan het brengen, waarbij wij ook de mogelijkheid krijgen om ze te verbinden. Met de BIM-files maak je eigenlijk een ontwerp van je gebouw, maar dat ontwerp wil je natuurlijk ook toetsen met het daadwerkelijke verbruik. Dus zijn wij ook bezig met digital twin technologie, we hebben een model gemaakt van een gebouw en dan gaan we kijken "Wat doet het in de praktijk?". En daarvoor moeten we er ook voor zorgen dat onze toestellen met de Cloud verbonden zijn, om daar intelligente dingen mee kunnen gaan doen. Dus dat heeft voor ons een ontzettend grote impact gemaakt op onze producten.

Kunnen jullie straks op afstand zien wanneer er zich een storing voordoet?


Ja, dat is wel de ontwikkeling waar we naartoe gaan. Ten eerste moet je natuurlijk een heleboel data beschikbaar hebben voordat je daar een stuk intelligentie op kunt loslaten. Dus we gaan niet roepen dat we nu al zover zijn. Maar de trend die wij inzetten en daar ook volop in investeren gaat inderdaad van een slim product naar een slim verbonden product, naar een stukje condition-based management. En uiteindelijk ons einddoel is echt predictive maintenance. In andere woorden: we gaan voorspellend gedrag koppelen aan ons toestel, waarbij wij ook heel accuraat tijdsgebonden willen kunnen voorspellen wat er in het toestel gebeurt. En dat is niet alleen belangrijk voor onderhoud, maar ook voor een stukje energieoptimalisatie. Hoe kan ik de verschillende bronnen met de flexibele energietarieven die we straks gaan krijgen optimaal benutten op elk moment van de dag?

Gaan we dan ook te maken krijgen met een digitale servicemonteur?


Ja goed, je zal nog altijd handjes om de ketel te openen nodig hebben, maar we gaan inderdaad zo veel mogelijk daarbij ondersteunen. En op termijn - als we zo ver zijn - dan hou je je tablet gewoon voor het toestel en dan komt op het tablet precies te staan waar het component zit en hoe je hem het beste moet vervangen. En dit gaan we met nieuwe apparatuur ook zien. Voor ons is het natuurlijk heel erg van belang in welke omstandigheid er iets ingezet wordt. Wat is het gebruikerspatroon? Maar ook een stukje voorspellingen die we kunnen gaan toevoegen gekoppeld aan de performance van de toestellen. Dan weten we op een gegeven moment, nu is het beste moment om het onderhoud te gaan uitvoeren en dit is de meest geschikte monteur. Misschien is er op termijn ook een stuk augmented reality erbij, dat je daadwerkelijk voor dat toestel kan gaan staan en dingen doet. Dus er liggen nog heel veel mogelijkheden. En BIM is voor ons eigenlijk één van de enablers om de digitale techniek uiteindelijk mogelijk te maken.

Augmented reality, of mixed reality, dat doet mij gelijk denken aan de Trimble HoloLens…


De HoloLens zou een monteur kunnen helpen om real life te kunnen zien wat er omheen gebeurt, maar in het scherm ook nog zichtbaar kunnen krijgen van "Hoe ziet bijvoorbeeld een exploded view van een ketel eruit waarin wij moeten kijken?" of tijdens de installatie hoe dingen met elkaar gaan werken. Dus we zien ook dat BIM op zich een oplossing is waarbij we in de ontwerpfase goed kunnen werken, maar we zien ook dat BIM gedurende de hele lifecycle eigenlijk steeds meer zijn toepassing krijgt. Wij noemen dat bij Trimble BIM-to-Field, dat hebben we net al genoemd met die digitale monteur die we dan kunnen gaan invoeren. Je gaat dat ook zien met data uitlezen op afstand, dat dat ook steeds meer gaat komen.

Is er nog iets dat je de mensen mee zou willen geven?


Ik denk hooguit een uitnodiging om ons te blijven uitdagen. Zoek de grenzen van wat we kunnen en wijs dan ook naar innovatie. Wij zijn er voortdurend mee bezig. Het is ook het belangrijkste onderdeel van mijn werk. Dus mochten er tussen de lezers mensen zitten die denken van "Heb je daar weleens aan gedacht?" of "Zou je dat willen doen?", wij staan altijd open voor dat soort suggesties.